Hier volgt een korte virtuele beschrijving van de tocht vanuit Zierikzee, Zeeland naar de hoofdstad van Zweden, Stockholm, in het hartje van de Baltische regio. Het is natuurlijk goed mogelijk om andere routes te volgen en/of andere havens te bezoeken. Dit is meer bedoelt als een beschrijving van de afstanden en tijd die nodig is om van startpunt naar eindpunt te komen met een zeilboot formaat Monsun. Het moeilijkste stuk is de Duitse Bocht. Reken wel met meer tegenwind en langere reistijd op de terugweg.
Voor gedetailleerde vaarroutes en aanwijzingen voor de Wadden is het een goed idee om op Stichting Nautin te kijken of de Vaarwijzers van Rene Vleut te lezen.
We beginnen onze tocht in de jachthaven de Nieuwe Haven van Zierikzee. Alles aan boord. Trossen los en we zijn op weg. De eerste route gaat via de Roompotsluizen (10 Nm) in de waterkering de zee op. De afstand van de Roompot naar Scheveningen is ongeveer 42 Nm en neemt flink wat tijd in beslag. Wel moet je bij Europoort je passage aanmelden, voordat je de diepe vaarroutes vanuit de Waterweg mag oversteken. Verder naar het noorden komt Ijmuiden in zicht (25 Nm). Op de zuidelijke Noordzee loopt de vloedstroom zuidwaarts, richting de Straat van Dover, en de ebstroom richting het noorden. Het is zinloos om te proberen tegen de stroom in te varen. Kies voor de ebstroom. Zie Watersportalmanak.nl voor vertrektijden uit getijdenhavens. De Seaport Marina bij Ijmuiden is een uitstekende haven met goede voorzieningen en altijd plaats vrij. Is de wind goed en het getij in ons voordeel varen we naar Den Helder (32 Nm). Hier kunnen we de havens van Willemsoord of de KMJC Marinehaven aandoen. Beide zijn uitstekende jachthavens. Ook op Texel zijn uitstekende havens te vinden, maar die liggen aan de oostzijde van het eiland.
Na een goede nacht rust in Den Helder wachten we het getij af om weer zeewaarts te koersen. Met de wind en het getij in de rug zeilen we verder richting Duitse Bocht. Hier kunnen we kiezen om buiten de waddeneilanden om te varen of dwars over het wad te gaan. Wij kiezen nu voor de zeeweg buitenom terwijl het weer goed is. Bij iets slechter weer of harde wind tegen de getijdestroom krijgt men de nijging om over de Waddenzee te gaan varen. Dat is niet aan te raden. Veiliger op de open zee, ver van de kust. In de Waddenzee kan door slecht weer gevaarlijke stromingen en onregelmatige golfslag ontstaan. De wadden zijn bij goed weer al spannend genoeg.
Bij het uitvaren goed de veerboten in de gaten houden. Dan het Marsdiep oversteken en de betonning aanhouden van T2 naar MG2.Daarna de betonning volgen richting Eierlandse Gat. Vlieland in zicht, doorzeilen van MG2 naar EZS5, de Vliesloot in en de haven van Vlieland aandoen. Na het passeren van de kardinaal BS1 bevindt u zich in de Vliestroom, een zeer breed vaarwater. Bij de VL8 kunt u nog kiezen naar welk eiland u wilt. Hier kunt u naar stuurboord richting West Meep om vervolgens naar Terschelling te varen. Rechtdoor, richting noorden is de vaarweg naar Vlieland. Vraag, indien u twijfelt, via de marifoon aan de Brandaris (VHF 02) of de jachthaven Vlieland nog ligplaatsen heeft. In het hoogseizoen is het zeer druk op Vlieland en ligt de haven regelmatig vol. Dit wordt aangegeven via een dubbele rode vlag en dubbele rode lampen bij het havenhoofd. Invaren is dan verboden. U kunt de havenmeester oproepen via kanaal 12 en vragen wat er mogelijk is. Bij geen plaats zult u moeten ankeren of doorvaren. Doe dit ankeren buiten de vaarroute en denk om een vastzittend anker met de stevige stroom. Met Isabell ben ik in een keer doorgevaren naar Borkum, maar dat was ver.
Ook nu weer kiezen we voor de zeeroute buiten de waddeneilanden om, omdat het weer goed is. Dus we zeilen het zeegat uit tussen Vlieland en Terschelling en houden koers ten zuiden van de diepe vaarroute richting Borkum (D), over Terschellinger gronden en het Huibertgat buiten de Vlakte van Ameland. Als het weer veranderd of de stroom tegenzit kunnen we altijd weer achter de waddeneilanden insteken. Deze keer hoeft dat niet. Dus, Borkum is na 13 uur zeilen in zicht. Borkum maakt het zeilers gemakkelijk. Het eiland is zelfs bij ongunstige wind- en wateromstandigheden goed aan te sturen. Immers, de brede monding van de Eems houdt het water diep. De haven van Borkum is zelfs bij laagwater gemakkelijk te bereiken door het goed afgetonde vaarwater en doet dan ook dienst als vluchthaven. De driepotige, maar zeer kleine vuurtoren Fischerbalje wijst de weg langs de leidam. De opvaarroute is wel lang. Eenmaal bij de havens gekomen is er eerst aan bakboord een kleine, gezellige jachthaven die ondiep is en ook bij laagwater gedeeltelijk droogvalt, waardoor een kieljacht gedwongen wordt de tweede haven in te steken. Die ligt er net achter aan bakboord. Grote verroeste stalen spontenwanden aan de zeezijde en van binnen een paar drijvende steigers en een hele hoop boten. De haven zelf ziet er niet zo fris uit en ook de omgeving is niet echt mooi. Het dorp ligt er 12 km vandaan, dus als je geen fiets hebt moet je met een busje naar de trein, en dat kan een tijdje duren. Ik vond zelf dit dorp verschrikkelijk lelijk en triest, niet de moeite van een bezoekje waard.
Ook dit keer varen we buitenom van Borkum naar Norderney (D). We zeilen in NW richting tot de boei Schlusseltonne en daarna oostwaarts richting Scharhörn en Cuxhaven. Norderney heeft een mooie jachthaven en is een prachtig eiland. Wel ongeveer een omweg van 10 zeemijlen, maar dat geldt ook voor de volgende Oostfriese eilanden. De haven van Wangerooge ligt pal op het puntje van de omgekrulde westkop van het eiland. De kop van het eiland bij de haven verandert dus erg vaak, daarom moet je via de havenmeester eerst informeren naar de beste invaarroute. Vanaf zee is Wangerooge goed herkenbaar aan de twee vuurtorens die erboven uitsteken. Ligplaats vindt je hier meestal in het kleine jachthaventje naast de veerhaven. Als dit vol is mag je soms achter in de veerhaven plaats nemen. Het hele havengebied is buitendijks stormproof gemaakt.
Na afvaart vanuit Wangerooge zeilen we via de vaargeulen en dwars door de invaarroutes voor de scheepsvaart naar Bremerhaven, Bremen en nog wat havens aan de rivier Weser en Jade, naar de grote haven van Cuxhaven in de monding van de Elbe. Hier wachten we op de juiste tijstroom om richting Brunsbüttel te varen. Veel vrachtvaarders en ander verkeer op deze route. Dus goed opletten. De haven ligt propvol, maar we vinden een plaatsje tussen alle superjachten die er al liggen. Uitpuffen.
Dit gedeelte van de reis is zeker een uitdaging. Veel verkeer en een sterke stroming in de rivier de Elbe. Het is dus een goed ideé om dit stuk goed in te schatten qua stroming en tijd. Houd zo veel mogelijk stuurboord net buiten de betonde vaargeulen. Voor de sluis van Brunsbüttel is het mogelijk om te ankeren in de speciaal daarvoor gemarkeerde vakken in de Elbe (Nordost Reede). Om de sluis binnen te komen moet je voor de sluisdeuren gaan dobberen of de sluismeester via de marifoon oproepen.
Nu is het op de motor varen door het Nord Ostsee kanaal. Dit duurt gewoonlijk twee dagen. Tijdens mist of in de schemering, of het donker mag niet met pleziervaartuigen gevaren worden op het kanaal. Het kanaal is weliswaar breed en diep, redelijk gemakkelijk te navigeren. We zijn toch heel blij om Kiel te bereiken. Nu kunnen we na het sluizen eindelijk weer zeilen. En we zijn in de Oostzee! De getijdetabellen gaan van de kaartentafel en we kunnen nu zeilen waar en wanneer we willen, want op het grote vaarwater van de Oostzee merk je niets van de zeer kleine getijdenverschillen. Soms kan er een door de wind aangedreven stroom staan in nauwe doorvaarten, maar die is meestal maar tussen de 1 en 2 knopen.
Gedurende de zomermaanden mei tot september zijn de dagen zeer lang, met daglicht van 4 uur sochtends tot 11 uur savonds. Daar tussen is het meer schemering als echt donker. Dat houd in dat er langer gevaren kan worden zonder lichten en met goed zicht.
Vanaf Kiel varen we eerst noordoostelijk en dan door de Fehmarn Bocht en onder de hoge brug door. Daarna langs de zuidpunt van Gedser en na het kruisen van de diepe vaarroute tussen 52°32′N 012°10′E en 54°31′N 012°18′E koersen we richting Bornholm. We leggen een koers naar de noordwestelijke hoek van dit deense eiland. Ook hier weer veel grote schepen in de vaart. Dus opletten. We komen na 32 uur varen met redelijke wind (Bf4) uit het zuiden bij de haven van Hammar op Bornholm aan. Hier rusten we een dagje uit en bezoeken de ruines van de Hammarhus borg. Zeer mooi allemaal.
Van Hammar zeilen we naar het noorden over de Bocht van Hanö. Op weg doen we een kort bezoekje aan het vestingseiland Kristiansoe, dat zeker een bezoekje waard is. Na een korte stop in de zuidhaven van het eilandje, lunch en een wandeltocht, gaan we door naar Zweden. Er staat een goede zuidwestelijke wind (Bf5) dus lekker zeilen. Komen laat in de avond aan bij het eilandje Utklippan, dat de meest zuidoostelijke punt van Zweden vormt. Op dit eilandje is een binnenhaventje in de berggrond gemaakt. Er liggen al veel boten, maar we vinden een plaatsje naast een Zweedse zeilboot, dubbel geparkeerd. We struinen wat rond voor de afvaart de volgende morgen en zien een groepje zeehonden die liggen te luieren op de klippen aan de zuidkant van het eilandje.
Vanaf Utklippan zeilen we verder met een lekker westenwindje. Goede vaart erin. Maar smiddags valt de wind weg en we kiezen ervoor om een nachtje in de haven van Kristianopel te blijven. Dat was ook leuk. Gezellig haventje met vele buitenlandse boten. De volgende dag weer verder naar Kalmar. Daar liggen we naast een bar-nachtclub waar we geen oog dicht doen van al het feesten op de kade. Maar weer gauw verder. Wel nog even gewinkeld en bevoorraad.
Vanuit Kalmar zeilen we onder de brug naar het eiland Öland door in betonde vaargeulen richting noorden. Laat in de middag steekt er een stijve bries op (Bf7) en we gaan met alleen een klein stukje voorzeil met volle vaart de haven van Byxelkrok, aan de noordpunt van Öland, binnen varen. Worden door een Duits paar geholpen om met een ruwe golfslag en harde wind op de kades aan te meren. Dat was even spannend. De stormlijnen moeten even voor de dag komen en dienst doen. De volgende dag waait het nog steeds heel erg hard en we huren fietsen in het haventje. Maken een leuke rondtocht over de noordkop van het eiland. Veel bos en fijne fietspaden.
De volgende morgen is het rustiger en we varen met halve wind richting de kust van Zweden. Belanden na een rustig dagje zeilen in een mooie baai net buiten de scherenkust van Loftahammar. Prachtig hier! We ankeren in de luwte van enige lage klippeneilandjes.
Nu volgen we de binnenvaaroute tussen de scheren van de Zweedse oostkust tot aan Arkösund. Daar vandaan zeilen we door naar het eiland Landsort, dat de zuidelijke grens van de Stockholm scherenkust vormt. Hier vinden we een goed beschermde ankerplaats in een diepe baai net ten noorden van het eilandje. We zijn nu drie weken onderweg. Nu is het nog twee of drie dagen zeilen naar de stad van Stockholm. Nog steeds groot water, maar voor het grootste gedeelte beschermt door de honderden schereneilanden van deze kust. Het vaarwater is diep tussen de scheren en er zijn veel mogelijke ankerplaatsen te vinden.
Hier vanuit kunnen we kiezen voor twee routes richting Stockholm. De eerste route gaat via de stad Södertälje en het binnenmeer Mälaren naar de westkant van Stockholm. De andere route gaat via de scherenkust langs de Oostzee naar de oostkant van Stockholm. Beide zijn goed te bezeilen. Buitenom is dubbel zo ver als via de merenroute, maar zeker de moeite waard.
We vertrekken uit de haven van Zierikzee met als einddoel van de reis Stockholm in Zweden
De sluizen van de Roompot op werkeiland Neeltje Jans ons eerste reisdoel
De vuurtoren van Den Helder is goed te zien vanaf zee
In de getijdewateren langs de Noordzee en de Waddenzee staat vaak een sterke stroom, waar je zeker rekening mee moet houden bij het plannen van je zeiltocht
De brug tussen het vasteland van Duitsland en het duitse eiland Fehmarn in de Oostzee
In de kleine haven van Hammer op het eiland Bornholm aangekomen. Effe uitpuffen en genieten van de deense ruines
Op weg naar de Zweedse kust komen we na drie uren zeilen langs het eiland Kristiansoe, waar de Denen een vestingstadje op gebouwt hebben. Heel gezellig dorpje met een klein binnenhaventje. Hier ligt Isabell voor de witte gevel in het midden van de foto te zonnen terwijl wij rondkijken
We zijn in Zweden. Dit is het kleine eiland Utklippan dat een goede schuilhaven is voor de vertrekker
De vesting van het oude stadje Kalmar aan de Zweedse zuidoostelijke kust
De gehele reis van Zierikzee naar Stockholm duurt ongeveer 3 tot 4 weken en is minstens 800 Nm zeilplezier.
De vuurtoren van Landsort is het eerste wat er van de kust van Stockholm archipel in zicht komt bij een lange zeetocht richting Stockholm
We zijn er. De stad van Stockholm aan het water